De prijs van een woning valt bij een gedwongen verkoop ongeveer 5 procent lager

De prijs van een woning valt bij een gedwongen verkoop ongeveer 5 procent lager uit dan bij een reguliere verkoop.

Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) dinsdag in een rapport waarin de effecten van gedwongen verkopen met een Nationale Hypotheek Garantie (NHG) worden bestudeerd.

Niet alleen de gedwongen verkochte woning zelf wordt voor een lagere prijs van de hand gedaan, ook is er een klein effect op omliggende huizen. Die zien de verkoopprijs na een gedwongen verkoop in de buurt met gemiddeld 0,4 procent dalen. Voor woningen in het lagere segment, onder de grens van de NHG, geldt een iets groter effect.

Het effect is in Nederland veel kleiner dan in de Verenigde Staten. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens het CPB dat de NHG aanstuurt op een zo hoog mogelijke verkoopprijs door eisen te stellen aan banken en woningbezitters.

De NHG verzekert huiseigenaren en banken tegen het restschuldrisico dat ontstaat bij een gedwongen verkoop als gevolg van echtscheiding, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid.

NHG-grens

Sinds juli 2014 geldt een maximaal hypotheekbedrag van 265.000 euro om in aanmerking te komen voor NHG. Tussen juli 2009 en juli 2014 was de grens tijdelijk verhoogd om de woningmarkt een impuls te geven. Hierdoor hebben nu veel meer huishoudens een hypotheek met NHG.

Om kwijtschelding van de restschuld te kunnen krijgen, moeten zowel de eigenaar als de bank aan een aantal voorwaarden voldoen. Het huis moet bijvoorbeeld goed onderhouden worden en de bank moet een zo hoog mogelijke prijs proberen te krijgen. Dit helpt mee om de waardedaling bij een gedwongen verkoop binnen de perken te houden.